Tussen storm en stilte: de hazen

Tussen storm en stilte: de hazen

De donkere dagen voor kerst. Iedereen kent ze, maar niemand durft ze echt te benoemen. Het is alsof de wereld even vastloopt in een grijze melancholie, terwijl de wind buiten zijn best doet om de laatste restjes kleur uit de lucht te jagen. Regen striemt tegen de ramen, en alles voelt even zwaar, alsof zelfs de daglichtlampen het hebben opgegeven.

En wat doe ik? Ik teken hazen. Twee om precies te zijn. Niet omdat ik er één zo zielig vond alleen, maar omdat twee hazen iets hebben. Een dynamiek. De een kijkt nieuwsgierig, bijna uitdagend, en de ander lijkt zich half af te keren, alsof hij net op tijd heeft bedacht dat dit misschien niets voor hem is. Maar ze zijn er. Stil, maar aanwezig.

Het bijzondere van hazen is dat ze de storm niet ontwijken. Ze zoeken geen schuilplaats onder een boom of achter een struik zoals wij dat zouden doen. Ze blijven gewoon zitten, in het hoge gras of midden op het veld. Die stoïcijnse blik, alsof ze willen zeggen: Wat maakt het uit? Regen is maar water. Wind is maar lucht. Misschien tekenen ze daarom zo prettig. Ze houden je scherp, die ogen.

En terwijl ik werk, betrap ik mezelf erop dat ik jaloers ben. Niet op hun oren of hun snelheid – laten we eerlijk zijn, ik kom niet ver op een veld – maar op hun rust. Hun vanzelfsprekende acceptatie. Als het stormt, stormt het. Dat is alles.

Binnen heeft die storm bijna iets romantisch. Maar laat je niet foppen. De donkere dagen voor kerst gaan niet over gezelligheid, kaarsjes, en versieringen die je nog moet ophangen. Ze gaan over jezelf. Wat je denkt. Wat je voelt. Wat je liever niet voelt. Buiten gaat de natuur tekeer, maar binnen is het minstens zo onrustig.

En toch. Daar zijn ze weer, die hazen. Niet op het veld, maar op mijn papier. Ze kijken me aan met die blik die alles zegt. Maak je niet druk. Ze komen nieuwsgierig kijken, alsof ze zichzelf willen zien ontstaan. De een met een zachte glans in zijn oog, de ander met een tikje achterdocht. Samen vullen ze de leegte die de storm even had achtergelaten.

De donkere dagen zijn misschien niet vrolijk, maar ze bieden iets wat zeldzaam is: tijd. Tijd om te tekenen. Tijd om te denken. Tijd om even stil te staan. Want als de hazen dat kunnen, dan kan ik het ook. Misschien is dat de les. En als ik straks de laatste veeg pastel aanbreng, weet ik: ik heb iets vastgelegd. Twee hazen, onverstoorbaar in de storm. Net zoals ik hoop te zijn.

Maar dan met een dak boven mijn hoofd. En een kerstboom.